zondag 22 januari 2012

Koppeling naar didactiek rond techniek (TOS21): maken van een ballonwagen

3 dimensies:
1.      Hanteren
  •       We maken een technisch systeem rond windenergie + het ontwerp van een wagentje dat kan rijden. Hier zitten voor een aantal kinderen toch wat nieuwe handelingen bij.
  •       De materialen waren bij de kinderen reeds gekend.
  •       De kinderen hadden de keuze uit verschillende materialen.
  •       De kinderen brachten ook zelf materiaal mee. En legden aan mekaar de werking uit . Dit heeft dan te maken met wisselwerking technicus - techniekgebruiker.
2.      Begrijpen
  •       De kinderen konden experimenteren met een ballon. Hier hebben we kort een theoretische achtergrond aan gekoppeld. (de ontsnappende wind duwt de ballon in een bepaalde richting)
  •       Benoemen van de werktuigen en materialen
3.      Duiden
  •       Hiermee heb ik weinig gedaan in de les. Ik had dit ook nog kunnen koppelen aan voorbeelden van windenergie uit het dagelijks leven.
  •       Er is ook een mogelijkheid om deze activiteit te linken aan duurzaamheidseducatie: manieren om energie, beweging op te wekken, die milieuvriendelijk zijn. (maatschappelijke relevantie)
kerncomponenten van techniek:
1.       Technisch systeem: gebruik van windenergie voor een ballonwagen.
2.       Technisch proces
·         Probleemstellen: we willen een auto ontwerpen.
                           criteria:     - moet kunnen rijden
                                               - zonder duwen
                                               - mag gebruik maken van een ballon
·         Ontwerpen: We hebben niet lang nagedacht over een ontwerp, over hoe we dit kunnen maken.  Er werd heel snel overgegaan naar het ‘maken’.
         
·         Maken: de kinderen gingen aan de slag en bouwden in een eerste fase een wagentje.  Een aantal kinderen kwamen me vragen hoe ze nu verder moesten. Ik heb geprobeerd hen zelf op zoek te laten gaan naar oplossingen. Het probleem te laten benoemen, moegelijke oplossingen te laten bedenken, de beste eruit kiezen en te laten uitvoeren. Nadien liet ik hen evalueren. (was het een goede oplossing? Hoe kon het beter?) Dit was eigenlijk een technisch proces op zich. De kinderen gingen ook bij mekaar kijken, raad vragen. Hier zag ik heel wat interactie tussen de technici en techniekgebruikers.

·         Testen: het testen ging bij de meesten niet zo vlot. Het was niet gemakkelijk om de ballon te bevestigen. een aantal auto's hadden ook problemen met de wielen (konden niet draaien, vielen schuin,...)        
          
·         Evalueren/ bijsturen: Bij alle kinderen was bijsturing nodig. Het was een voortdurende afwisseling van proberen en bijsturen. Bij sommige kinderen al reeds vroeg tijdens de activiteit. Hier had ik het technisch proces beter moeten bewaken. De kinderen hebben ook ervaren dat niet alles van de eerste keer lukt. Sommige lln hadden wel een auto, maar deze voldeed niet aan alle criteria. Hierin zit ook die attitude van 'blijven proberen' en 'probleemoplossend denken'.

3.       Keuzes: de kinderen stonden voorturend voor keuzes: ontwerp, materialen, werkmateriaal (maak ik zelf een wiel, gebruik ik een rond doosje, knip ik een gaatje of gebruik ik iets anders om een gaatje te boren (passer),..)

4.       Hulpmiddelen: de kinderen hadden eigen materiaal bij. Er was ook materiaal van de klas en van mezelf. Ik had vb ook een kartonschaar meegebracht. Samen hebben we gezocht naar wat dit was. (het leek op een schaar, maar kan je er even goed mee knippen? Waarin wel?)

Houdingsdoelen:
  • probleemoplossend denken
  • zelfstandig kunnen werken
  • handelen van anderen observeren en leren van elkaar
  • arbeidsvreugde (vooral bij Alexander was dit fantastisch!)
  • blijven proberen en niet opgeven – mislukkingen aankunnen en opnieuw beginnen
Leereffect binnen de 3 H’s:
  •       Hoofd: de kinderen hebben zelf een auto ontworpen, nagedacht over hoe ze dit zouden aanpakken en gezocht naar oplossingen wanneer bijsturen nodig was. Hierdoor moesten ze verdiepen en zoeken, hun achtergrondinformatie en kennis over hechten, dingen laten draaien, materialen,.... werd vergroot.
  •       Handen: De kinderen waren aan het werk met materiaal dat ik aangeboden had, maar ook het eigen materiaal. Ze konden het verschil 'ervaren, voelen' tussen knippen met een gewone schaar en een kartonschaar. Sommige kinderen zag ik uitvoeren, anderen zag ik echt exploreren en de mogelijkheden van bepaald materiaal aftasten.
  •       Hart: ik zag een hele grote betrokkenheid, de wil om te slagen in de opdracht. Ik zag ook blije gezichten wanneer het autootje kon rijden, of wanneer ze echt een mooie auto ontworpen hadden.
Wat de les sterker had kunnen maken:
  • sterkere introductie met duidelijkere probleemstelling
  • de foto's eventueel nadien bij uitdiepen van energiebronnen
  • een pluim voor de mooiste, snelste, traagste, kleinste, grootste,.... auto
  • het was een moeilijke opdracht, voor sommige lln was dit een goede uitdaging: op zoek gaan naar middelen om te differentiëren
  • het duiden

2 opmerkingen:

  1. Je blog is nu in orde voor januari.
    Tine, ik hoop dat je bij je volgende acties deze leerweg blijft bewaken.Ik denk dat je op deze manier meer bijleert.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit lijkt me een heel toffe activiteit om te doen. Ik heb wel het gevoel dat jouw techniekgebruikers geholpen hadden kunnen zijn met een stappenplan. Je kan de technici dan nog vrij laten in hun keuze, het plan volgen of zelf iets uitwerken.
    Ik vind je houdingsdoel "blijven proberen en niet opgeven" goed gekozen, want het kan inderdaad heel frustrerend zijn als het niet lukt.
    Zoals je zelf had aangegeven was het dan leuk geweest dat je pluimen had kunnen geven voor bepaalde ontwerpen. Dat geeft dan toch weer even goed gevoel voor sommige leerlingen die mogelijk gefrustreerd geraken als hun auto niet onmiddellijk wil rijden.

    BeantwoordenVerwijderen