dinsdag 6 december 2011

Techniek: Ballonauto maken

Mijn leerwens:
Het uitwerken en toepassen van een goede techniekles, bekeken door de TOSbril.
Ik wou tijdens de week voor Sinterklaas een leuke muzische opdracht doen met de klas (4e leerjaar), die ik dan ook kon koppelen aan techniek. Bij deze techniekles zou ik graag de TOS-bril willen inzetten. Ik zou een zich willen krijgen op de technici in de klas en ervaren hoe de andere leerlingen hiermee omgaan. Zo kan ik in mijn stageklas een nieuwe techniekles uitwerken waarbij ik rekening kan houden met mijn bevindingen en ervaringen van deze keer.

Leerplandoelen:
Overkoepelende doelstellingen:
0.1: kinderen willen meer te weten komen oer de wereld in al z’n dimensies, hier en elders, vroeger en nu.
0.2: kinderen uiten hun verwondering over het onbegrijpbare, het goede, het mooie, het mysterieuze, het verrassende, … in de wereld.
0.5: kinderen werken samen.
0.6: kinderen drukken zich zo verstaanbaar mogelijk uit en benoemen waar mogelijk de dingen correct.
0.7: kinderen durven en kunnen een probleem aanpakken.
0.11: kinderen kunnen kwalitatief en kwantitatief vergelijken (werkwijzen)
Mens en het muzische:
3.5: kinderen houden rekening met verschillende schoonheisaspecten als ze zelf iets maken of uitdrukken.
Mens en medemens:
4.2: kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden
4.7: kinderen kunnen respect en waardering opbrengen
4.9: kinderen kunnen leiding volgen of meewerken.
4.11: kinderen kunnen elkaar helpen door zich dienstbaar op te stellen.
Mens en techniek:
6.3: kinderen zien in dat energie noodzakelijk is voor het functioneren van niet-levende systemen.
6.6: kinderen zien in dat producten worden gemaakt volgens bepaalde technische principes.
6.11: kinderen kunnen zeggen aan welke eisen een bestaande constructie en een constructie die ze zelf willen maken, moet voldoen.
6.12: kinderen kunnen hun materialenkennis en hun kennis van constructie-, bereidings- en bewegingsprincipes gebruiken bij het ontwerpen van een constructie of bereiding.
6.13: kinderen kunnen een constructieactiviteit correct uitvoeren.
6.14: kinderen kunnen gebruik maken van hun kennis over en vaardigheid in techniek om een constructie in elkaar te zetten.
6.15: kinderen kijken kritisch naar een zelfgemaakt product.
Mens en natuur:
7.21: kinderen kunnen onder begeleiding natuurkundige verschijnselen onderzoeken en hun zelf geformuleerde doelstellingen toetsen

Lesdoelen:
Cognitieve doelen:
·         De leerlingen zien in welk effect het leeglopen van de ballon op de auto heeft.
·         De leerlingen kennen technische eisen bij de bouw van een ballonauto.
Psycho-motorische doelen:
·         De leerlingen  kunnen verschillende technische vaardigheden toepassen zoals knippen, plakken, nieten…
Affectieve doelen:
·         De leerlingen kunnen hun auto op een creatieve manier vormgeven.
·         De leerlingen hebben bewondering voor de resultaten van andere leerlingen .
·         De leerlingen kunnen samenwerken en mekaar verder helpen.
·         De leerlingen kunnen omgaan met succeservaringen en mislukken

Opbouw van de les:
Introductie:
·         De lln bekijken afbeeldingen van auto’s die ik heb opgehangen (op zonne-energie, elektrische auto, auto met trappers, ballonauto)





Leerfase:
·         We bekijken samen de technische opdracht.
·         Het probleem, de technische eisen( vb. ‘ronde’ wielen, stuwing d.m.v. een ballon), het technisch proces wordt samen besproken.
·         Daarna bekijken we samen welke kracht en techniek gebruikt wordt  voor het voortduwen van de auto.
Proefje: We blazen een ballon op en laten die nadien los. In welke richting vliegt hij? Hoe komt dat?
Verwerking:
·         De lln gaan nu aan de slag. Ze volgen hierbij de stappen van het technisch proces. Sommige leerlingen gaan op zoek naar eigen oplossingen.
·         Wanneer de auto aan onze verwachtingen en eisen voldoet, mogen ze hem creatief afwerken.
·         de leerlingen helpen mekaar waar nodig.
Afronding:
·         De lln gaan bij de anderen kijken en feedback geven. De leerlingen wiens auto kan rijden houden een race.
·         Nadien bespreken we deze opdracht. Niet iedereen is tot een positief resultaat gekomen. Waaraan kan dit liggen? Sommigen hebben een leuke ballonauto die kan rijden. Wat valt er jullie op? Wat neem je hiervan mee naar een volgende opdracht?
·         De kinderen mogen hun auto mee naar huis nemen.

Terugblik op de activiteit:
De betrokkenheid was enorm tijdens deze les. Ook kinderen die zich er meestal heel snel vanaf maken, waren heel goed aan het werk en bleven uitgedaagd door de opdracht. Ik hoorde Tinne zelfs zeggen “je moet niet opgeven”. Terwijl Tinne een meisje is die GON begeleiding krijgt en daar werkt aan nauwkeurigheid, concentratie, tijd nemen om goed te werken.
De reactie van de kinderen die succes konden ervaren was fantastisch. Alexander is een jongen die het erg moeilijk heeft op school. Het is een eerder zwakke leerling voor taal en wiskunde. Maar hij was één van de eersten die zijn auto kon doen rijden. De blik, lach op zijn gezicht toen de auto reed zal ik niet snel vergeten!
De leerlingen  zijn gestimuleerd in de technische geletterdheid. Ze zijn op zoek gegaan naar inspiratiebronnen en hebben met het materiaal dat ter beschikking was en dat ze zelf meebrachten, een eigen creatie in elkaar gestoken. De leerlingen kenden de eisen en hebben hier rekening mee gehouden. Ze hebben hun werk hiernaar getest en bijgestuurd.
Het viel me tijdens de activiteit op dat er meer techniekgebruikers in de klas zijn dan technici. De leerlingen gaven mekaar tips. Ze konden mekaar prikkelen. Kinderen waarvan ik het niet verwachtte kwamen met weldoordachte systemen voor de assen van de wielen. Ik vraag me af of een indeling in heterogene groepjes i.p.v. individueel werk misschien beter zou geweest zijn. Dit neem ik mee naar mijn volgende activiteit.
Ik heb gemerkt dat sommige leerlingen nood hebben aan inspiratie om creatief aan de slag te gaan. Sommigen hebben echt nood aan een stappenplan. Ze zijn nog niet ver genoeg gevorderd in die technische geletterdheid. Ook hebben sommigen nood aan extra stimulans om nauwkeurig te werken en niet te snel tevreden willen zijn of te snel te willen opgeven. Dit is een punt dat ik zeker meeneem naar de stage of een andere activiteit.
Ik kan wel besluiten dat het een heel fijne en productieve namiddag. Sommige leerlingen hebben succeservaringen gehad, anderen niet. Maar die leerden ermee omgaan. Langs de ene kant had ik de kinderen daar al kunnen op voorbereiden, maar ik heb gemerkt dat ze tot het eind gemotiveerd waren. Nu heb ik op het eind de resultaten besproken. Ze hebben kunnen ervaren dat techniek een zoektocht naar oplossingen is.
(Jammer genoeg heb ik geen foto's kunnen trekken tijdens de activiteit, want mijn fototoestel had een platte batterij.... :-(  Dat vind ik echt heel jammer! )

2 opmerkingen:

  1. Een zinvolle techniekactie.

    Introductie: prenten bekijken. Voor mij niet zo zinvol.
    Binnen de lessen van techniek hebben we gezien dat techniekk altijd vanuit een probleem start, zo verhoog je de betrokkenheid van de lln.

    Vb. Hoe krijgen we een auto in karton aan het rijden zonder te duwen, maar wel met windenergie van een ballon?
    Ballonnen uittesten op basis van windenergie.

    Zo werk je rond de kernaspecten van het leerplan "techniek".

    Tine, je mag veel meer de leerinhouden van de les techniek opnemen in je leerresultaat.
    Waar komen de vier kerncomponenten aan bod?
    Waar de drie leerdimensies? Hoe ga je dan je lesopbouw veranderen opdat ze dichter bij de technisch geletterde mens komt?
    Je geeft aan dat een leerling de ander aanmoedigt. Fijn dat je dit gezien hebt. Maar waarover gaat het dan binnen het schema van techniek.

    Nu is dit een ok-les van techniek en toch weer niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Tine,

    Echt een krachtige les, maar er zit nog meer potentieel in denk ik.

    Je start met een reeks voorbeelden op foto's. Een impulsmoment is de juiste aanpak voor muzische vorming. Maar voor WO, om de kinderen aan het werk te zetten en hun gevoel voor techniek te laten ontkiemen, inderdaad "not done". Want de kinderen moeten juist het technisch denkproces gebruiken om tot een ballonauto te komen. "Ik heb een auto, die moet van hier... naar daar... en ik mag hem niet duwen. Ik mag wel een ballon gebruiken." (Juichen als er één de ballon als katapult gebruikt! Da's pas buiten het kader denken).
    Het gaat hier om de attitudes van de kinderen; blik eens terug in de lijst met houdingsdoelen. Vooral het middengedeelte slaat hierop. Laat ze aanmodderen, fouten maken, en probeer daarvan leerrijke momenten te maken. Laat de lln aan de anderen hulp vragen, "hoe zou jij..?" Zo leren ze eerst het probleem in kaart te brengen. Dat mag in hun hoofd, maar dat mag ook op papier. Laat ze ondertussen de materialen en de gereedschappen eens vastpakken en bekijken - zodat ze weten wat er beschikbaar is. Beter nog, vooraf de opdracht geven om klein gereedschap mee te brengen.
    Dan vormen ze een plan van aanpak. In dat plan zitten inmiddels:
    -het systeem dat ze gaan ontwerpen
    -hulpmiddelen die ze gaan gebruiken
    -keuzes op grond van op te lossen deelproblemen (bv hoe maak ik de wielen vast?)
    In de uitvoering en tijdens het testen ga je de technici en de techniekgebruikers verder kunnen herkennen. Nu is het de tijd voor een echte kruisbestuiving: technici en techniekgebruikers kunnen heel goed samenwerken; de eersten laten graag zien aan anderen hoe het "moet", de laatsten zijn blij met de helpende hand. Als er wrevel ontstaat omdat iemand niet geholpen wil worden heb je waarschijnlijk met twee technici te doen, waarvan de één zelfstandig verder wil proberen maar meer tijd nodig heeft! Aan jou om daar terdege te coachen en hem het stappenplan nog eens te laten doorlopen... Maar hij zal de klus zelf willen klaren.

    Achteraf kan je de foto's ophangen, zodat ze kunnen vergelijken wat ze zelf bedacht hebben. Ze kunnen ook zien of hun "recept" klopt, of anderen tot dezelfde oplossingen komen. De kerncomponent die ik net over heb geslagen, komt hier aan bod: processen.
    De foto's van de andere soorten auto's zijn overigens wel breed bekeken, maar hier niet zo op hun plaats (als het tenminste om de ontwerp- en bouwtechniek ging).
    Wil je breder gaan, en heb je de tijd, vraag dan of iemand een "turbo" wilt bouwen. Laat ze zelf opzoeken wat dat is, hoe dat werkt en wat ze zelf ermee in hun ontwerp kunnen doen. Laat anderen een echte concept ballonauto "designen" (zoals in de automotive branch), die gebruikt kan worden in de toekomst.
    Prijzen voor de snelste, mooist opgemaakte, grootste, langst-rijdende, langzaamste, ... helpen ook de verschillende noden van de kinderen aan te spreken.

    De rest van het techniekgebeuren zit wel in de les, is soms zelfs op spontane manier naar boven gekomen, maar herken je nog niet direct misschien.

    BeantwoordenVerwijderen